HomeOok overvliegende vogels telle...
Alle vogels die je in de stad kunt waarnemen tellen mee met de biodiversiteit van de stad. Ook
overvliegende trekvogels.
Vogelaars bezoeken al jaren Istanboel omdat om deze tijd Ooievaars in hele grote aantallen overvliegen.
Ooievaars doen dat heel spectaculair door boven de stad te cirkelen, honderden tegelijk. Over en langs
Istanboel loopt een oostelijke trekroute naar Afrika. In Nederland loopt een westelijke trekroute voor
trekvogels, met tussenstops in de Waddenzee en de Zuidwestelijke Delta. De eerste kennis over
trekvogels is opgedaan door waar te nemen. In Nederland komen een aantal telposten voor waar
trekvogels geteld worden. Voornamelijk langs de kust, omdat trekvogels vaak de kustlijn volgen. Zij zijn
huiverig om water over te steken. Op sommige plekken tijdens de trek (in Zuid-Zweden bij FalsterbØ,
maar ook in Nederland bij de Zeeuwse eilanden) stuwen de trekvogels op en blijven met grote aantallen
op een plek hangen alvorens zij verder vliegen. Op een dag kunnen dan meer dan 20 000 spreeuwen
geteld worden of 15 000 graspiepers, houtduiven enz. Ook het ringen van vogels leverde informatie op
over de trek van vogels. Na terugmelding van een vogelring is bekend waar de vogels langstrekken of
verblijven. Het kwam vaak voor dat de ring terug gemeld werd, vlak bij de plek waar hij geringd was.
Toen was het dus sprokkelen van informatie. Inmiddels zijn de waarnemingen van trekvogels
gemoderniseerd. Langs de kust maken vogelaars gebruik van radar van defensie (Patriot) en zien dat
een paar kilometer uit de kust vele tienduizenden trekvogels in de nacht langstrekken. Vogels worden
ook gezenderd en kunnen het hele jaar door gevolgd worden, ook tijdens de trek. Zo bleek dat Lepelaars
over de stad Middelburg, langs een specifieke straat naar het zuiden vliegen. Ook bleek dat de vogels
die wij standvogels noemen (die zomer en winter in Nederland blijven) vaak doorgeschoven vogels uit
het noorden zijn. Dus onze Roerdomp vertrekt in het najaar naar Frankrijk en bij ons zit een Roerdomp
uit Denemarken of Noord-Duitsland. Veel informatie over waar soorten tijdens de trek overnachten en
foerageren komt uit het zenderonderzoek. Een bruine kiekendief, een echte vogel van de vlakte,
overnacht tijdens de trek vooral in naaldbos. Zo gedetailleerd zijn de zendertjes inmiddels en ook heel
klein en licht. De Belgische website Lifewatch.be geeft veel informatie over welke manieren van meten
allemaal beschikbaar zijn (https://www.lifewatch.be/en/data ). Er zijn ook Nederlandse websites, zoals
van het NIOZ over gezenderde Lepelaars ( https://www.nioz.nl/en/about/cos/movement-
connectivity/bird-movement/tracking-movements-of-spoonbills/we-need-your-help). De vele informatie op
het internet (waarnemingen, weergegevens en windrichting) kunnen ook gecombineerd worden om te
voorspellen waar en wanneer trekvogels langskomen. Zo volg ik een website voor Kraanvogels. Vooral
in het voorjaar is het spannend wanneer deze vogels (in een V formatie en luid trompettend) over de
stad vliegen om een tussenstop in de Ooijpolder te maken ( https://cranes.sensingclues.org/cranes/ ).
Vanuit de tuinstoel of het zolderraam in de stad!
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze ontwikkelingen op het gebied van biodiversiteit!